Direct na het eenakterfestival van 1988, werd met de instudering en de repetities begonnen van “De deuk”, een klucht in drie bedrijven van M. Loop. De opvoeringen zouden plaatsvinden op 11 en 18 maart 1989 onder regie van Jeanne van Dijk.
Volgens de recensie in de krant een goede keuze voor een ontspannende en gezellige avond bij ’t Centrum. De zaal leefde zich helemaal in, en de gebeurtenissen op het toneel en de lachsalvo’s waren niet van de lucht. Ook de spelers hadden duidelijk plezier in het stuk.
Joep Wijers en zijn vrouw Fiennie leiden een nogal druk bestaan. Men leeft daardoor een beetje langs elkaar heen met alle gevolgen van dien. De zoon des huizes vraagt zich dikwijls af hoe hij is grootgebracht, want er is nooit iemand thuis. Ook nu weer is iedereen op sjouw. Joep Wijers moet een lezing houden voor veilig verkeer met als onderwerp: het zebrapad in onze samenleving. En Fiennie moet haar zus Miets afhalen van het station. Daar heeft ze echter wel de auto voor nodig, maar van Joep mag er plotseling niemand meer in de buurt komen van de garage. En wat is er eigenlijk met Joep aan de hand, heeft hij werkelijk zijn hoofd gestoten, of is hij een beetje teveel uitgeschoten met een scheermesje? En is de auto, zoals Joep bij hoog en bij laag beweert totaal naar de knoppen? Zal Fiennie dan toch maar een taxi nemen?